Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Den rechtvaardigen zal geen [61]leed wedervaren; maar de goddelozen zullen met kwaad vervuld worden. 61. Of, moeite, of verdriet; te weten, dat hem van de goddelozen alzo zou aangedaan worden, dat hij daaronder zou blijven liggen, en het zal hem alles ten goede gedijen; Rom.8:28. Anders: gene ongerechtigheid overkomen; te weten, in welke de rechtvaardige zo zou komen te vervallen, dat hij daaruit niet weder door Gods Geest opgericht zou worden. Van het Hebreeuwse woord, zie Job 5:6.